De Noorse Godenrassen

Een kennismaking met de Jötun, dwergen, de Asen en de Wanen

In de Edda's komen we verschillende Godenvolken tegen, ieder met hun eigen cultuur en gewoonten. Het oudste Godenras is dat van de reuzen; de Jötun. Ze bestonden al in het begin der tijden voordat de Asen en de Wanen er waren. De reuzen staan voor de oerkrachten waaruit het leven ontstaan is, de chaoskrachten die ook ontembaar en destructief kunnen zijn.
De Wanen zijn oude vruchtbaarheidsgoden, goden van de zee en de overvloed. De Wanen bezitten en diepe kennis van de magische kunst. Het thuisland van de Wanen is Vanaheim en de Asen wonen in Asgaard.
De Wanen zijn een rondtrekkend volk, die het aan de stok kregen met de Asen, die een muur wilden bouwen om Asgaard te beschermen. De Asen zijn meer handelende goden en vaak verbonden met de strijd.
Verder komen we de Dwergen tegen, ze zijn bedreven metaal bewerkers en zijn de makers van o.a. de speer Gungnir, de hamer Mjölnir en de ketting Brísingamen.

Deze vier Godenvolken hebben hun eigen cultuur, specialisaties en woongebieden. Soms zijn er onderlinge conflicten. Een conflict tussen de Wanen en de Asen werd opgelost door het uitwisselen van gijzelaars; de Wanen Njord met zijn dochter Freya en zoon Freyr gingen bij de Asen wonen en de Asen Hoenir en Mímir gaan met de Wanen meetrekken.
Met deze uitwisseling van personen vindt er ook een culturele uitwisseling plaats tussen de twee Godenvolken, Freya introduceerd de bij de Wanen algemeen bekende magische kunst van Seidhr bij de Asen en onderwees Odin hierin.

Naast deze culturele uitwisseling tussen de verschillende Godenvolken, zien we ook relaties en verhoudingen tussen de Goden en Godinnen van de verschillende Godenvolken. Zo gaat Freya met vier Dwergen naar bed om zo de ketting Brísingamen te verwerven en heeft Odin met de reuzin Grid een zoon; Vidar.
Loki was een van de zonen van de reuzen Farbauti en Laufey. Loki trouwt tweemaal, eerst met de reuzin Angrboda en later met een Ase Godin Sigyn. Loki is de bloedbroeder van Odin en wordt beschouwd als een van de Asen.
De God Thor is een zoon van de Ase God Odin en de reuzin Jörd. Thor was getrouwd met de Ase Sif en had een relatie met de reuzin Járnsaxa, bij wie Thor ook twee nakomelingen had. De God Tyr is in de ene tekst een zoon van Odin en in een andere tekst een zoon van de reus Hymir, danwel wordt de reus Hymir zijn stiefvader genoemd.

Hoewel de verschillende Noordse Godenvolken dus soms met elkaar overhoop lagen, zien we ook dat ze zich via relaties en nageslacht met elkaar vermengen en zien we eveneens een culturele vermenging tussen deze verschillende Godenvolken.
De oude Goden en Godinnen geven ons dus als voorbeeld dat de verschillende volken zich zowel cultureel als genetisch kunnen vermengen. Vanuit de Edda's en de Noorse mythologie is dit heel normaal en natuurlijk, dat sommige mensen uit deze oude overleveringen halen dat het vermengen van verschillende culturen en volken onwenselijk zou zijn is onbegrijpelijk en nergens op gebaseerd!
Deze onjuiste voorstelling van zaken is hiermee dan ook bestreden!